Het verhaal van Melusina begint in de Ventiaanse wijk Bragora. Daar staat de Sotoportego dei Preti. Loop je onder deze boog door en keer je je om, dan zie je een hart van baksteen. De aanwezigheid van dit hart is zeker niet toevallig. Het is er sinds de tijd van de visser die met de zeemeermin Melusina trouwde.
In de Bragora leefde een visser, Orio genaamd; op een nacht wierp hij zijn netten uit voor de kust van Malamocco. Bij het ophalen voelde hij dat ze ongewoon zwaar waren. “Alsjeblieft, bevrijd me, bevrijd me en je zult er geen spijt van krijgen”. De zoete, bezorgde stem die uit het water kwam verraste de jongeman. Op dat moment verschenen twee vrouwenhanden, gevangen in het net, gevolgd door een prachtig gezicht. Orio was verrast door haar schoonheid, en terwijl hij het meisje bevrijdde, begon hij haar te bevragen. “Je bent toch geen heks die van haar bezemsteel gevallen is?” “Oh nee, mijn jonge vriend, ik ben een zeemeermin! Mijn naam is Melusina”, zei ze terwijl ze haar prachtige vissenstaart over de rand trok.
Orio was stomverbaasd, maar de schoonheid van de vis-vrouw maakte diepe indruk op hem. De twee ontmoetten elkaar elke avond op het strand, totdat de visser de zeemeermin ten huwelijk vroeg. Zij stemde toe en zei dat ze bereid was afstand te doen van de vrijheid van de zee om benen te krijgen. De enige voorwaarde die ze stelde was dat hij tot hun trouwdag nooit meer op zaterdag mocht komen.
De eerste twee weken ging alles goed. Maar op de derde zaterdag, ging Orio naar hun ontmoetingsplaats. Toen hij aankwam, was er niemand. Maar net toen hij weg wilde gaan, kwam er een zeeslang uit de rotsen vlakbij, en zwom langs zijn voeten. De doodsbange visser wilde wegrennen, toen een stem uit het water hem toeriep: “Jij dwaas! Op zaterdag verandert een kwade vloek mij in een slang. Maar als je met me trouwt, zal de vloek verbroken worden.”
Het huwelijk vond plaats, en was een gelukkig huwelijk, gezegend met drie kinderen. Maar op een dag werd Melusina ernstig ziek. Ze vroeg om op zee begraven te worden, en zo geschiedde. Orio was wanhopig: niet alleen had hij zijn geliefde verloren, maar van nu af aan zou hij ook voor de kinderen en het huis moeten zorgen. Op de tweede dag besefte hij echter dat er voor hem werd schoongemaakt, en dat de kinderen altijd in orde waren. Orio dacht dat de hulp misschien van zijn buren kwam, bewogen door medelijden.
Op een zaterdag kwam hij vroeger thuis dan verwacht en vond een grote slang in de keuken. Zonder na te denken pakte hij de bijl die hij voor het brandhout gebruikte en hakte de kop eraf. Vanaf die dag werden huis en kinderen in een staat van verwaarlozing achtergelaten. In wanhoop besefte hij dat hij had verhinderd dat de zeemeermin in de enig mogelijke vorm terugkeerde. Na deze gebeurtenissen is het stenen hart bij het huis van Orio en Melusina geplaatst. Het brengt geluk: als twee geliefden het hart tegelijkertijd aanraken, dan zal hun liefde voor altijd duren.
Ontleend aan ‘Misteries of Venice’, met dank aan Alberto Toso Fei.